Muzische Expressie (muziek en dans)

Een grafisch partituur wordt voorgesteld a.d.h.v. verschillende vormen en kleuren. Verzin bij elke vorm en/of kleur een ander geluid. (bijvoorbeeld klappen, AAAA zingen, stampen op de grond, zoemen…).

Oefen eerst de geluiden in door ze samen te herhalen. Nadien is één dirigent. De dirigent gaat met zijn/haar vinger over de verschillende vormen en kleuren. De dirigent kiest de volgorde van de vormen en kleuren, maar ook het tempo.

De anderen maken de afgesproken geluiden telkens volgens het tempo dat de dirigent aangeeft. Nadien is er een andere dirigent aan de beurt.

Materiaal:

• Een schilderij met allerlei vormen en kleuren

Een geluidenmemory werkt volgens hetzelfde principe als een memory met prenten, maar hier is het de bedoeling dat de kleuters de geluiden memoriseren.

Zoek minimum 20 potjes. Op die manier heb je 10 paar. Vul de potjes per paar op met een vulmateriaal naar keuze. Bijvoorbeeld pasta, rijst, steentjes, zand… Test de kokers uit om te weten of de geluiden verschillend genoeg zijn. (anders wordt het te moeilijk). Plaats de verschillende potjes op tafel.

Kies om de beurt 2 potjes uit en schud ermee. Wanneer de geluiden hetzelfde zijn, heb je 1 punt. Diegene met de meeste paren, en dus ook punten, wint het spel.

Materiaal:

• Minimum 20 potjes met deksels (liefst dezelfde)
• Allerlei soorten vulmaterialen

Stap 1: Opwarmen: Doe alsof je zelf een ballon bent die opgeblazen moet worden. Begin als een lege, slappe ballon en doe alsof er steeds meer lucht in je komt tot je helemaal gespannen bent. Daarna laten we ons leeglopen tot je weer helemaal slap bent. Herhaal dit enkele keren.

Stap 2: Spelen met de ballon op het ritme van de muziek.

Stap 3: Blaas een ballon op en laat ze vliegen, wat gebeurt er? Ze vliegt snel omhoog en komt kronkelend terug naar beneden. Speel dit individueel na verspreid in de ruimte: langzaam groot worden en plots wegschieten, tot we kronkelend terug slap worden.

Stap 4: Doe alsof je een ballon bent die ontploft. Vul jezelf met lucht tot ze knalt.

Stap 5: Iemand is de ballon, de andere speelt met de ballon. De ballon krijgt tikjes en beweegt door de ruimte. Gebruik snelle en trage bewegingen.

Materiaal:

• Klassieke muziek met verschillende ritmes (snel, traag)