Taal

De kleuters leren samen met mama/papa/zus/broer/… een kriebelversje. Voer hierbij de bijpassende bewegingen uit op de rug of op de buik van je peuter. Daarna kan je de rollen eens omdraaien.

Hier geven we het voorbeeld van Hansje Pansje Kevertje, maar er zijn nog heel veel leuke kriebelversjes te vinden op het internet.

Materiaal:

• Kriebelversjes
• Je handen

De kleuters oefenen woordenschat door steeds alles wat je ziet te benoemen. Je kan dit doen met boekjes, woordkaarten of met een PowerPoint op de computer.

Hieronder vind je een PowerPoint die je verder kan helpen.

Materiaal:

• Laptop/computer
• Boekjes of woordkaarten
• PowerPoint

De kleuters zoeken steeds twee dezelfde prenten. Druk het document van de dierenmemorie twee keer af (liefst in kleur). Knip de kaartjes uit en leg ze omgekeerd op de tafel. Je mag nu steeds om de beurt twee kaartjes omdraaien.

Wat zie je? Benoem de dieren. Zijn het twee dezelfde dieren? Dan heb je een paar. Je mag de kaartjes bijhouden. Zijn het twee verschillende dieren? Dan leg je de kaartjes terug omgekeerd op tafel en is het de beurt aan de andere.

Materiaal:

• Dierenmemorie